Het charter van de ideale kleine deelnemer

  1. IK RESPECTEER MIJN VRIENDEN
    of ze nu verschillend zijn, van een ander land, van een andere cultuur of godsdienst. Ik beledig niet, ik sla niet (in geval van discussie verkies ik de dialoog of roep er een monitor bij). Ik help nieuwelingen die de werking van het speelplein niet begrijpen.
  2. IK RESPECTEER MIJN MONITOREN.
    Ik ben beleefd, ik gebruik geen grove taal, ik luister naar de mededelingen en schik er me naar. Ik verlaat de groep niet en wanneer we op verplaatsing gaan, blijf ik in de rij.
  3. IK RESPECTEER HET MATERIEEL.
    Wanneer ik deelneem aan een activiteit, ontvang ik het benodigde materieel (racket, penselen, gezelschapsspelen, potloden, judo-uitrusting, …). Dit kost veel geld en ik draag er goed zorg voor. Zodoende kunnen m’n vrienden en ik het tijdens de volgende vakantieperiode opnieuw gebruiken.
  4. IK RESPECTEER MIJN OMGEVING
    en de school die haar lokalen ter beschikking stelt. Ik denk aan kinderen die terugkomen na de vakantieperiode en die hun materieel in goede staat wensen terug te zien. Ik eerbiedig de autocars die me naar de verschillende speelplaatsen brengen en naar excursie-oorden. Voor m’n veiligheid blijf ik zitten tijdens het traject. Ik eerbiedig de infrastructuur die te mijner beschikking wordt gesteld. Tenslotte, waar ik ook ben, gedraag ik me niet als een tol; ik gooi geen vuilnis op straat of in de natuur.
  5. IK HEB EEN GOEDE PLOEGGEEST.
    Welke ook de activiteit moge zijn, ik ben hoffelijk, sportief, niet gewelddadig. Ik eerbiedig m’n speelkameraden. Ik leer om in groep te leven en samenhorig te zijn.
  6. IK BRENG MIJN GOED HUMEUR MEE.
    Ik ben op vakantie en wens me te vermaken. De monitoren stellen alles in het werk opdat dit gebeurt op een vrolijke en ontspannen wijze.
  7. IK BRENG GEEN GEVAARLIJKE VOORWERPEN MEE
    zoals zakmes, mes, geneesmiddelen,… Ze zijn niet noodzakelijk voor het goede verloop van de activiteit en zouden mij of anderen kunnen verwonden.
  8. IK BRENG GEEN DURE VOORWERPEN MEE
    zoals smartphones, spelconsoles, juwelen,… Ze zijn niet noodzakelijk voor de activiteiten en riskeer ze te beschadigen of te verliezen.
  9. IK VOORZIE AANGEPASTE KLEDIJ.
    Ik doe geen dure kleren aan maar eerder kleren waarin ik me goed voel en die me toelaten te sporten of me te doen aan speelse activiteiten. Ik kleed me in functie van het weer.
  10. IK VERZORG ME.
    Ik doe aan sport, slaap voldoende, eet voldoende en drink veel water. Ik speel zoveel mogelijk buiten.